Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, herbergt de historische Sint-Joriskerk (Surb Gevorg). Deze Armeense kerk uit de 13e eeuw dient als kathedraal van het Georgische bisdom van de Armeens Apostolische Kerk, gelegen op het Vakhtang Gorgasali-plein, onder de ruïnes van de Narikala-fort.
Het gebied, dat ooit een gevangenisdistrict was tijdens de Middeleeuwen, is door de eeuwen heen getransformeerd. De kerk, volgens sommige bronnen opgericht in 1251 door Prins Umek van Karin, heeft een intrigerende oorsprong. Het bisdom van de Armeens Apostolische Kerk suggereert dat het mogelijk al in 631 na Christus is gesticht.
Dit veerkrachtige gebouw heeft de getijden van de geschiedenis getuigd, van de Armeniërs naar de Perzische garnizoen in 1616, en werd vervolgens in 1748 heroverd door de Armeense gemeenschap. Getekend door de Perzische plundering van Tbilisi in 1795, onderging de kerk aanzienlijke restauraties, de laatste in de 20e eeuw na de sloop van de Vank-kathedraal.
Een opmerkelijke renovatiecampagne begon in 2012, culminerend in een herwijding in 2015. Ruimhartig gefinancierd door filantropen, waaronder de Russisch-Armeense zakenman Ruben Vardanian, werd dit project bijgewoond door de Armeense president Serzh Sargsyan.
Dit architectonische juweel, met zijn traditionele kruisvormige structuur en stucwerk-gecoate bakstenen muren, is versierd met religieuze kunstwerken uit de 18e en 20e eeuw. Gelegen in het hart van de stad, verwelkomt dit baken van Armeens-Georgische geschiedenis bezoekers in een wereld van religieuze fresco's, een iconostase uit de 19e eeuw en een 13e-eeuwse khachkar met Arabische inscripties. Het herbergt ook het graf van de beroemde Armeense dichter Sayat-Nova.
Gekroond door een prachtige koepel, staat deze kapel als een getuigenis van veerkracht, geloof en een blijvende gemeenschapsgeest, en biedt een intieme reis door de verweven Christelijke, Armeense en Georgische geschiedenis.